Een zware wedstrijd eindigde bij de mannen niet in de voorspelde sprint. Wereldkampioen Evenepoel plaatste in volle finale de beslissende versnellingen en sprintte aan de meet sneller dan Alec Segaert. Enkele seconden later werd Jasper Stuyven derde in de Ambachtenstraat in Izegem.
In het eerste wedstrijduur waren de kandidaten voor de vroege vlucht talrijk. Wegrijden lukte niet, dat had waarschijnlijk ook te maken met de hoge snelheid. Zo had het peloton maar liefst 50 km achter de kiezen na één uur koers. Bij de eerste van in totaal drie lussen in het Heuvelland, met telkens een passage over de Monteberg en Kemmelberg, raakten dan toch 7 renners weg: Planckaert (Intermarché-Circus-Wanty), Van der Sande (Jumbo-Visma), Wallays (Cofidis), Mertz (Bingoal WB), Marchand (Tarteletto-Isorex), Sweeck (Alpecin-Deceuninck Development Team) en Warlop (Soudal Quick-Step Devo Team).
Voor Israel-Premier Tech probeerde Jens Reynders de oversteek te maken. Hij bleef op zo’n 30 seconden van de kopgroep hangen. Het was op de Kemmelberg dat ook in het peloton beweging kwam. Bij de tweede passage over de kasseienhelling in het Heuvelland was het Jumbo-Visma met Wout van Aert dat de forcing voerde. Samen met onder andere Lampaert kon Van Aert vrij snel bij de 7 leiders aansluiten.
Ook bij de derde en laatste keer Kemmelberg was het Van Aert die de benen ging testen. Er vormde zich na de passage door het Heuvelland een interessante kopgroep: Van Aert, Van der Sande en Van Hooydonck (Jumbo-Visma), De Pooter (Intermarché-Circus-Wanty), Lampaert (Soudal Quick-Step), Marchand (Tarteletto-Isovrex), Van Gestel (TotalEnergies), Vanmarcke (Israel – Premier Tech), F. Vermeersch (Lotto-Dstny), G. Vermeersch (Alpecin-Deceuninck) en Wallays (Cofidis).
De kopgroep met tal van interessante namen fietste een voorsprong van 2 minuten bij elkaar. Die voorsprong maakte dat Wout van Aert zonder problemen van fiets kon wisselen bij een brandbreuk. Daarna viel de actie in de wedstrijd stil, de situatie zat muurvast. Ondanks de rustigere fase hakte de warmte er blijkbaar toch stevig in. Wallays en Marchand moesten vooraan lossen, met nog zo’n 60 km te gaan. De Pooter en Van Hooydonck kregen op hun beurt dan weer af te rekenen met mechanische problemen. Vooraan waren het Van Aert en Lampaert die met wee overbleven en aan een koppeltijdrit begonnen.
Van Aert en Lampaert draaiden goed rond. Op grondgebied Ingelmunster genoot Lampaert ronde na ronde van de massale aanmoedigingen. In het peloton was het vooral Alpecin-Deceuninck dat het vuile werk opknapte. De voorsprong van de koplopers slonk op minder dan 40 km van de streep seconde per seconde, terwijl het peloton ronde na ronde uitdunde.
Op 34 km van de streep gebruikte wereldkampioen Evenepoel (Soudal Quick-Step) de versnelling van Vermote (Secteur Duolar) om zelf aan de boom te gaan schudden. De voorsprong van de koplopers werd zienderogen kleiner. De volgende die z’n moment gekomen achtte was Campenaerts (Lotto Dstny). Na die aanvalsgolf in het peloton hield het duo vooraan nog zo’n 8 seconden over.
Vlak voor het ingaan van de laatste ronde was het verhaal van het duo Van Aert – Lampaert uit. Hét moment voor wereldkampioen Evenepoel om de rust niet te laten terugkeren, maar het gashendel nog eens stevig open te draaien. De Bondt (Alpecin-Deceuninck), Campenaerts en Segaert (Lotto Dstny) haakten hun wagonnetje aan. Ook Dewulf (AG2R Citroen Team), De Buyst (Lotto Dstny), Benoot (Jumbo-Visma), Stuyven (Trek-Segafredo), Soete (Deschacht-Hens-Maes) en Devenyns (Soudal Quick-Step) sloten niet veel later aan. Zo kregen we een kopgroep van 10. Soete moest wel vrij snel de rol weer lossen en ook De Bondt, die achteraan de groep hing, had het duidelijk lastig. De groep fietste al snel 30 seconden voorsprong bij elkaar.
Met nog 10 km te gaan was het opnieuw Evenepoel die ging versnellen. Segaert schoof mee met de wereldkampioen. Ook Stuyven probeerde aan te pikken, maar dat lukte niet. Met twee doken ze de laatste kilometers van het kampioenschap in. De achtervolgende groep moest een gat van zo’n 13 seconden dichten.
Dat zou niet meer gebeuren en dus gingen Evenepoel en Segaert onderling beslissen over winst en verlies. Van op de kop sprintte de wereldkampioen naar de Belgische titel, voor Segaert. De derde plek was voor Stuyven, die de snelste van de achtervolgers bleek te zijn.
